Nog voordat ze debuteerde als romancière, publiceerde Carry van Bruggen deze bundel met 9 naturalistische verhalen. Ze scherpt haar pen en test verschillende manieren uit om onderwerpen te behandelen die nog vaak in haar werk zullen terugkomen: de strijd tegen dwang en conventie, het conflict tussen individu en maatschappij, uitsluiting en antisemitisme. Vooral dit laatste onderwerp is belangrijk in de bundel. In het verhaal “Ballotage” worden enkele Joodse meisje opgenomen in een vriendenkring, op voorwaarde dat ze zich voortdurend laten pesten. Een prille verliefdheid stuit op antisemitische spot van andere kinderen in “Juultje”. En in “Vreemde nacht” zijn kinderen in de ban van bijgeloof, stuiterend van de ene angst naar de andere.
Carry van Bruggen (schrijversnaam van de Joods-Nederlandse Carolina Lea de Haan, 1881–1932) was de zus van Jacob Israël de Haan, schrijver van “Pijpelijntjes”, een van de eerste Nederlandse romans waarin homoseksualiteit openlijk werd beschreven. Net als haar broer ging Van Bruggen geen controversieel thema uit de weg. In haar romans en pamfletten ging ze elk dogmatisme te lijf. Ze was de enige vrouwelijke auteur uit haar tijd die door collega’s en critici au sérieux werd genomen. Ze woonde een tijdlang in Nederlands-Indië met haar eerste man. Haar bekendste romans zijn “Eva” en “Een coquette vrouw”. Ze schreef ook non-fictie, met als bekendste titels “Prometheus” en “Hedendaags fetisjisme”. Haar werk raakte in de vergetelheid, maar werd in de jaren 1970 herontdekt door de feministische beweging.