In een kleine flat in Hässelby, een gezichtloze voorstad van Stockholm, woont de 42-jarige Albert Åberg bij zijn breiende
vader. Ooit beleefde Albert grootse avonturen: van een wilde interrailtour door Europa, het opkopen van partijen Star Warspoppetjes in Hongkong tot een liefde in Parijs. Maar vanwege aanhoudende telefoontjes van zijn eenzame vader besloot hij terug te keren naar het betonnen Hässelby.
Twintig monotone jaren werkt Albert in de plaatselijke elektronicawinkel — volgens hem 'een crèche voor volwassen kerels' — en leidt hij een leven zonder toevalligheden en risico's. Tot op een regenachtige septemberavond zijn vader overreden wordt door een vrachtwagen.