Aan een wolkeloze avondhemel staat de volle maan,
‘De heer der sterren’, op het punt te verrijzen…
Het gezicht van mijn mededogende heer, Padmasambhava,
wenkt mij en straalt zijn tedere welkom uit.
Mijn vreugde in de dood is vele malen groter dan
de vreugde van kooplui die op zee een enorm fortuin vergaren,
of die van goden die zich op hun overwinningen beroemen,
of van wijzen die de extase van volledig opgaan hebben bereikt.
Dus, net als een reiziger die op weg gaat wanneer zijn tijd is gekomen,
zal ik niet langer in deze wereld verblijven,
maar mijn intrek nemen in het bolwerk van de grote gelukzaligheid
voorbij de dood.
Mijn leven hier is afgelopen, mijn karma uitgeput, gebeden kunnen
geen verdienste meer brengen,
alle wereldse zaken zijn afgehandeld, de voorstelling van dit leven is
afgelopen.
In één ogenblik zal ik de essentie van de manifestatie van mijn wezen
herkennen
in de zuivere, uitgestrekte rijken van de bardo-staten;
ik sta op het punt mijn plaats in te nemen in de grond van oorspronkelijke
volmaaktheid.
Met de in mijzelf gevonden rijkdom heb ik de geest van anderen
gelukkig gemaakt,
heb ik dit kostbare leven benut om de zegeningen van het eiland van
bevrijding te realiseren;
de vreugde om de waarheid te delen met jullie, mijn voortreffelijke
leerlingen,
heeft mij al die tijd vervulling en voldoening gebracht.
Nu komen alle verbindingen in dit leven die tussen ons bestaan tot
een einde,
ik ben een doelloze bedelaar die gaat sterven zoals hij wil,
wees niet bedroefd om mij, maar blijf onafgebroken gebeden zeggen.
Deze woorden komen uit mijn hart dat spreekt om jullie te helpen;
beschouw ze als een wolk van lotusbloemen en jullie zelf in je devotie als
bijen die de bloemen in duiken om er hun transcendente vreugde
uit op te zuigen.
Mogen door de positieve kracht van deze woorden
de wezens van alle rijken van samsara,
in de grond van oorspronkelijke volmaaktheid, nirvana bereiken.